Inpassing en participatie bij batterijopslag
Batterijopslag roept vragen op in de omgeving. Bewoners willen weten waar de installatie komt, wat zij ervan merken en of ze mogen meedenken. Tegelijk zijn batterijen stil, compact en relatief makkelijk in te passen. Hoe zorg je als overheid voor een verantwoorde ruimtelijke plek, voldoende draagvlak en een soepel vergunningstraject?
Bewonersparticipatie: meedenken over ontwerp en inpassing
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat 50 procent van de hernieuwbare energieopwekking in handen is van lokale inwoners of bedrijven. Dat geldt bijvoorbeeld voor zonne- en windparken. Bij batterijopslag ligt dat anders. Deze vallen buiten de SDE++-subsidie en kennen daardoor een hoger investeringsrisico. Ze zijn bovendien niet opgenomen in het Klimaatakkoord als techniek waarop het streven naar lokaal eigendom van toepassing is.
Dat betekent niet dat bewoners geen rol spelen. Zij kunnen juist actief meedenken over bijvoorbeeld de landschappelijke inpassing. Gemeenten doen er goed aan om bewoners tijdig te betrekken bij het ontwerp van de installatie en de ruimtelijke keuzes.
Slimme inpassing in het landschap
Het voordeel van batterijen is dat ze flexibel inpasbaar zijn. Het systeem kan in verschillende vormen en configuraties worden geplaatst, afhankelijk van de locatie. Zo kun je bijvoorbeeld rekening houden met zichtlijnen vanaf een weg of woning. Door de installatie achter beplanting te plaatsen, kan deze volledig uit het zicht verdwijnen.
In de praktijk worden batterijen vaak geplaatst in witte containers. Die kleur helpt bij het koel houden van de accu’s, maar zorgt ook voor een opvallende verschijning in het landschap. Het systeem is meestal bovengronds, wat de bereikbaarheid en het onderhoud ten goede komt. Als onderdelen worden ingegraven, neemt de toegankelijkheid af en kunnen risico’s ontstaan zoals verminderde koeling of vochtproblemen.
Geluid: beperkt en voorspelbaar
Batterijen zelf maken geen geluid, maar onderdelen zoals het koelsysteem, omvormers en transformatoren kunnen dat wel doen. Hoeveel geluid hoorbaar is, hangt af van meerdere factoren. Denk aan het ontwerp, de situering van de container, de gekozen maatregelen zoals een geluidsscherm, en de afstand tot andere geluidsbronnen.
Met akoestisch onderzoek en simulaties kan vooraf goed worden voorspeld wat de geluidsimpact zal zijn. Volgens de norm in het Besluit bouwwerken leefomgeving mag het geluid bij de gevel van een woning niet hoger zijn dan 50 decibel. In de praktijk blijft het geluid van batterijopstellingen daar doorgaans ruim onder.