Veiligheid van batterijen: feiten en kaders
Zijn batterijen gevaarlijk? Niet als je weet waar je op moet letten. Ontdek hoe regelgeving, techniek en richtlijnen zorgen voor veilige opslag van energie.
Batterijopslag en veiligheid: wat mag wel, wat moet en wat kan misgaan?
Zijn batterijen echt brandgevaarlijk?
Batterijopslag roept bij sommigen nog vragen op over veiligheid. De beelden van brandende elektrische auto’s of incidenten met accu’s leiden soms tot koudwatervrees. Maar hoe terecht is die zorg eigenlijk?
De werkelijkheid is een stuk genuanceerder. Moderne batterijopslagsystemen, zoals lithium-ijzerfosfaat (LFP), zijn juist ontworpen met veiligheid als uitgangspunt. En met de juiste inpassing, richtlijnen en monitoring is het risico op incidenten minimaal. Belangrijker nog: de wet- en regelgeving wordt steeds scherper en biedt overheden concrete houvast voor een veilige uitvoering.
Wat kan er misgaan?
In uitzonderlijke situaties kan een zogenoemde thermal runaway optreden. Dat is een oververhittingsproces waarbij een chemische reactie in de batterij zichzelf versterkt. Dit gebeurt meestal bij lithium-ionbatterijen van oudere types, vaak door overbelasting of blootstelling aan hitte.
De reactie kan zich snel verspreiden binnen een cel en andere cellen meetrekken, waardoor temperatuur en druk blijven stijgen. In het slechtste geval kan dit leiden tot brand. In goed ontworpen en professioneel beheerde installaties is dit risico echter zeer klein.
Waarom lithium-ijzerfosfaat (LFP) wél veilig is
LFP-batterijen zijn momenteel de meest gebruikte techniek in grootschalige energieopslag. Ze hebben:
- Een hogere ontbrandingstemperatuur dan andere lithiumbatterijen.
- Geen gebruik van zware of giftige metalen zoals kobalt.
- Een lange levensduur en hoge stabiliteit.
- Zeer geringe kans op spontane ontbranding, mits professioneel beheerd.
Deze technologie is daardoor veel beter geschikt voor stationaire toepassingen zoals energieopslag op zonneparken of bij netknooppunten.
Wat schrijft de wet voor?
Om risico’s rond grootschalige batterijsystemen verder te beperken, zijn er landelijke richtlijnen opgesteld. De belangrijkste daarvan is de PGS 37-1: een richtlijn voor het veilig ontwerpen, bouwen en beheren van energieopslagsystemen met lithium-ionbatterijen.
De definitieve versie van PGS 37-1 is eind 2023 gepubliceerd en vormt sindsdien de norm voor bedrijven en overheden die met dergelijke batterijsystemen werken. De richtlijn is nu al altijd het uitgangspunt bij vergunningverlening en wordt breed gebruikt als basis voor veiligheidsafspraken.
De PGS 37-1 schrijft onder meer voor:
- Voldoende afstand tot andere objecten.
- Een goede ventilatie en detectiesystemen.
- Brandwerende maatregelen en noodprocedures.
- Aandacht voor omgevingsveiligheid en afstemming met veiligheidsregio’s.
Steeds meer gemeenten, provincies en verzekeraars hanteren deze richtlijn nu al als basis voor vergunningverlening.
Hoe ga je als overheid hiermee om?
Het ministerie van EZK en het Bestuurlijk Overleg Veilige Energietransitie (BOVEN) waarschuwen voor vertraging als gevolg van onduidelijke of strengere eisen dan nodig. Tegelijkertijd benadrukken zij het belang van een realistisch en proportioneel veiligheidsbeleid. Risico’s van batterijopslag mogen niet zwaarder worden beoordeeld dan die van fossiele systemen.
Het Regioteam Energietransitie raadt aan om de PGS 37-1 standaard te hanteren als basis voor ruimtelijke afwegingen. Zo ontstaat duidelijkheid voor initiatiefnemers én veiligheid voor de omgeving.